Perfecte balans tussen vernieuwing en traditie
Het Klarinetconcerto van Mozart en de Negende symfonie van Schubert. Soms wordt het gewoon niet beter. Beide werken zijn als glorieuze slotakkoorden: schitterend en allesomvattend, een grootse bekroning – in dit geval niet van een compositie, maar van twee oeuvres. Want Mozart en Schubert schreven hun respectievelijke concerto en symfonie aan het einde van hun leven, op het hoogtepunt van hun kunnen. Elk leverden ze een muzikaal meesterwerk af, een volmaakte compositie waarin vernieuwing en traditie, verwachting en verrassing, uitbundigheid en melancholie volkomen in balans zijn.
Grootse werken vergen grootse uitvoerders. Enter René Jacobs en Lorenzo Coppola. De Italiaanse klarinettist trekt in het concerto van Mozart alle registers van zijn instrument open, letterlijk en figuurlijk. Met zijn ragfijne spel weet hij op wonderlijke wijze de meest diverse klankkleuren aan het instrument te ontlokken, en even goed laat hij de meest virtuoze passages klinken als kinderspel.
In de ‘Grote’ symfonie van Schubert is René Jacobs dan weer de ster. Hij kent B’Rock als zijn broekzak en weet precies hoe hij de vitaliteit, gelaagdheid en optimisme van de symfonie moet overbrengen op het orkest.
*Enkel in Ludwigshafen en Genève
Deze productie kwam tot stand met de steun van de Tax Shelter maatregel van de Belgische Federale Overheid via Flanders Tax Shelter