Clara Spilliaert, dochter van een Japanse moeder en een Belgische vader, werd geboren in Tokio in 1993 en verhuisde in 2009 naar België. In 2015 behaalde ze haar Master in beeldende kunsten aan LUCA School of Arts in Gent, waar ze later ook Keramiek en Glas studeerde.
Na 7 jaar zeer intieme dagboeken te hebben getekend, verkent Spilliaert verschillende media zoals video, animatie, muurschildering en keramiek. Ze is geïntrigeerd door de geschiedenis van symbolen in de vorming van individuele of collectieve culturele identiteiten. Binnen het universum van de kunstenaar worden noties van het lichaam, mythen en de menselijke relatie tot de natuur in vraag gesteld door middel van metaforen en poëtische beeldtaal.
Haar werk was te zien in het Rotterdam International Film Festival, Be-Part Waregem, Museum Dr. Guislain Gent, SEAS Scharpoord Knokke-Heist, LLS Paleis Antwerpen, etc. In 2020 won ze de Grand Prix van CAF Award, de Japanse grootste kunstprijs voor jonge kunstenaars. Als onderdeel van deze prijs hield ze in het voorjaar van 2022 haar eerste solotentoonstelling in Tokio en bracht ze een publicatie uit van Borgerhoff & Lamberigts met een selectie van 240 dagboektekeningen.
Deze werken maakte ze voor B’Rock:
1. Heb je altijd al geweten dat je kunstenaar wil zijn? Hoe uitte zich dit als kind?
Als kind speelde ik heel graag in de tuin, ging ik graag naar de rivieren en de bergen. Ook al groeide ik op in Tokyo, mijn ouders namen me vaak mee op uitstappen in de natuur.
Thuis tekende ik heel graag mijn grootmoeder, iedere keer hing de tekening dan op de frigo, daar was ik trots op. Naarmate ik ouder werd stortte ik me op studeren en was ik een voorbeeldstudent, nooit gedacht om een kunstenaar te worden. Tot ik op mijn 16de in de kunstacademie te Brugge kwam studeren voor een jaar, uit nieuwsgierigheid. Ik sprak toen nog geen Nederlands dus ik gebruikte mijn tekeningen om te communiceren. Dat was het begin van 8 jaar lang dagboektekenen met duizenden bladzijden als resultaat. Door omstandigheden bleef ik studeren in België. Het was een noodzaak om me uit te drukken in beelden, zo ben ik een kunstenaar geworden.
2. Hoe zou je eigen kunst omschrijven?
Aangezien mijn eerste stap in de kunst iets zeer persoonlijk en intiem was, blijft dat kenmerkend voor mijn werken. De dagboektekeningen vertrokken van heel dicht bij mezelf, vervolgens heb ik de stap genomen van papier naar klei, een medium dat ook direct en fysiek is. Doordat het van papier naar iets ruimtelijk is geëvolueerd, maak ik ook meer connectie met de wereld. Het is toen dat ik besefte dat mijn werk niet enkel mijn verhaal moest zijn, maar dat ik een openheid kan creëren door daar verschillende lagen toe te voegen en dat was een verrijking. Ik maak graag gebruik van symbolen en metaforen.
3. Voor de B’Rock opdracht gebruik je een heel speciale techniek, kan je het even kort uitleggen ? Vanwaar de keuze om zo te werk te gaan?
Ik maak een tekening op een kleiplaat, ik baken het af met planken, ik giet daar vloeibare gips in, die zet de tekening om in reliëf na uitharding.
Toen ik keramiek begon te studeren kwam ik in aanraking met vele nieuwe media, waaronder gips. Gips wordt voornamelijk gebruikt om mallen te maken, om dan (meerdere) “echte” werken te creëren. Vaak blijft gips op de achtergrond, terwijl het zo’n dankbaar en interessant materiaal is. Ik ben ook gefascineerd door de metamorfose dat de gips doorgaat – poeder, vloeibaar, vast – en hoe fijn dat hij krassen van op de klei kan overnemen. Zo kan ik heel vrij en spontaan werken op een kleiplaat – die ik telkens hergebruik door de vorige tekening uit te wissen – en daar een gipsen afgietsel van te nemen. De gips speelt de hoofdrol en ik maak maar één gietsel dus het is telkens een uniek werk. Dat vind ik een boeiend contrast met de associaties die gips heeft van louter hulpmiddel en voor serieproductie.
Erna kleur ik het gipsreliëf met waterverf. Gips neemt veel water op, het is een soort heel dik papier waar ik over en over kan schilderen. Dit is een techniek die al maanden lang borrelde in mijn hoofd en de opdracht van B’Rock gaf me de juiste gelegenheid om het uit te proberen.
4. Hoe ben je aan de opdracht voor B’Rock begonnen ?
Zoekend, zeker omdat ik het thema van het eerste concert zeer zwaar vond. Om me te verdiepen in de geschiedenis van slavernij heb ik de biografie gelezen over Joseph Bologne Chevalier de Saint-Georges, maar de pijn is onvoorstelbaar om daar een beeld rond te maken. Na lang zoeken en schetsen heb ik besloten om het suikerriet als hoofdpersonage af te beelden, waaruit bloed druipt die in muzieknoten veranderen. Dit was een moeilijk proces, maar ik was heel blij met de uitkomst, net zoals een eerste bevalling. De thema’s die daarna volgden kon ik vlotter in mijn visuele taal omzetten. Tijdens opzoekingswerken verwierf ik ieder keer nieuwe kennis die ik anders niet had kunnen ontdekken, zoals hoe de bestuiving van een vijg gebeurt. Dus ik leer vele nieuwigheden bij en het is een plezier wanneer ik de ideeën in metaforische lagen tot een tafereel kan brengen.
5. Waaruit haal je inspiratie?
Vanuit mijn ervaringen, uit de kindertijd, uit dagelijkse vragen… heel vaak door dingen die ik met mijn eigen ogen zie en met mijn lichaam meemaak. De natuurobservaties die ik al van kinds af aan geleerd heb – met dank aan mijn ouders – vormen tot op de dag van vandaag een belangrijke voedingsbodem. Zo zit de kleine tuin van mijn huurhuis boordevol inspiratie – knoppen, slakken, wormen, zaden… allerlei sappige toestanden! Voor B’Rock krijg ik prikkels – achtergronden van de muziek/componist, sfeer, klanken – en zoek ik verder, schets ik visuele associaties, zoek ik naar een raakpunt met mijn interesse en leefwereld.
6. Welke eigenschappen hebben B’Rock en jij als artiest gemeen?
Gedrevenheid en nieuwsgierigheid om iets nieuws te proberen, energie, zin om te creëren, het herinterpreteren van de geschiedenis op eigen manier, mensen te willen ontroeren… en de serieusheid en de goedlachsheid tegelijk!
7. Wat hoop je als kunstenaar in de toekomst te verwezenlijken?
Ik wil veel uiteenlopende dingen blijven doen, en gekweld en vrolijk worden tegelijk van het creëren, en mensen veel moed geven!