TERUG NAAR OVERZICHT

Jan Huylebroeck

Gedeeld eerste positie timpani

Jan groeide op in Oostende, stad aan zee. Hij begon op 8-jarige leeftijd als pianist, op 11 jaar aan organist. “Percussie startte ik op mijn 12de en ik heb mezelf tuba en bastuba leren bespelen aan 16. Het stond in de sterren geschreven. Ik moest en zou, boven alles muzikant worden. Ik wou een compleet orkest kunnen naspelen, maar evengoed er middenin zitten. »

Het mooiste aan pauken spelen ? Beethoven. « Dat is als een boerenboterham met gerookte ham, doorgespoeld met een goeie trappist. Compleet, dankbaar, uitdagend, the best. »

Typisch Jan als we op tournee gaan met het vliegtuig? « Meestal komt de piloot dan in mij naar bove: ik bestudeer voor het opstijgen de weerkaarten en lokale weerberichten, let vliegroutekaarten naast elkaar, pluis lokale luchthavenkaartjes met runway’s en taxiway’s uit en kijk vooraf al waar het vliegtuig (ook welk type en kenteken) hangt voor het aankomt. Het is mijn bezigheid om de verveling op de luchthavens wat tegen te gaan. In de vlucht zelf lees en rust ik, maar ik kan ook genieten van plotse turbulentie en als het nodig is stel ongeruste passagiers in mijn buurt een beetje gerust.

Bij B’Rock kom ik steeds ‘thuis’. De wil om samen – jong, oud, het speelt absoluut geen enkele rol – iets teweeg te brengen valt in deze groep geweldig op, in positieve zin uiteraard: de neuzen staan in dezelfde richting. Opvallend ook: de gastdirigenten hebben denk ik hetzelfde gevoel.

Afsluiten doet hij graag met het West-Vlaamse spreekwoord : ‘ho ‘houn, ‘o ‘ho ‘houn! Vertaald als: ‘het zal gaan, als ’t zal gaan’.